In het voorjaar tere bloesem, in de herfst sappige peren en appel en in de winter een statige karakter in het weiland. Hoogstambomen zijn het waard om gezien te worden! Daarnaast bieden ze voedsel en nestplaatsen voor wilde bijen, vlinders, egels en steenuilen. De boomgaarden zijn dan ook echte juweeltjes voor het landschap. Bekijk de […]

Een prachtige opvallende boom die volledig kan uitgroeien noemen we een solitaire boom. Bijvoorbeeld een kastanje of eik bij een boerderij of in het weiland om een grenspunt aan te geven. Het onderhoud is doorgaans beperkt tot het opsnoeien en bij jonge aanplant het controleren van de boompalen en boomband. Bekijk het instructiefilmpje

Wie kent ze niet; de knoestige vuisten van een oude leilinde om schaduw te bieden aan de woning. Naast leilindes worden ook fruitbomen of haagbeuken als leiboom gebruikt. Regelmatige snoei en stevig leiden geeft de boom haar vorm. Let erop dat de bomen onderling voldoende afstand hebben om uit te groeien.

Mooie voorbeelden van een bomenrij zijn bomen langs een laan, langs de oprit of als grens bij een weiland. Een bomenrij bestaat minimaal 5 bomen van eenzelfde soort die op eenzelfde wijze worden onderhouden. Bekijk het instructiefilmpje

Misschien wel de meest kenmerkende snoeivorm van bomen in het veenweidegebied; de knotboom. Om de drie tot vijf jaar worden de takken gesnoeid. De knot die zo ontstaat is vaak ook een plek voor planten of zelfs vogels om hun thuis te vinden. Naast de wilg zijn hier ook andere boomsoorten geschikt voor.

Pestbosjes zijn kleine bosjes van wilg, zwarte els en gewone es, die vaak wat verder in de polder liggen. Hierin werd door ziekte bezweken vee begraven. Om de landjes werden sloten gegraven, zodat het gezonde vee er niet bij kon komen. Door de takken af te hakken ontstaan er knoestige stobben van beperkt formaat.

Rond het erf (als scheiding tussen percelen) zijn boerenheggen en struweelheggen prachtige landschapselementen. Soorten als liguster, meidoorn, sleedoorn en gelderse roos bieden bloesem en bessen voor insecten en vogels, maar ook een plek om te schuilen. Uitgroeiend struweel is geliefd bij vogels, kleine zoogdieren en insecten.

Denk je aan het helpen van wilde bijen én van een zomers landschap. Dan denk je toch al snel aan bloemrijke weilanden en bermen. Prachtige kleurrijke soorten als boterbloem, hondsdraf, korenbloem, margriet en kattenstaart geven en veel kleur aan het gras, maar nog belangrijker ze zijn aantrekkelijke planten voor bijen en vlinders.

Een poel geeft extra ruimte aan biodiversiteit! Water trekt veel leven aan zoals insecten die op en onder water leven. Voor vogels en kleine zoogdieren is het ook een fijne drinkplaats. Zorg wel voor flauwe oevers op de zonkant en verschillende dieptes zodat er veel verschillende planten en amfibieën een plekje kunnen vinden.

Geschikte soorten zijn voor streekeigen landschapselementen op en rondom het erf zijn onder andere beuk, zomereik, kastanje, hollandse en klein bladige linde, walnoot, berk, verschillende wilgensoorten, zwarte els, gewone es. Voor bosjes en singels raden we weer andere soorten aan, die u op de volgende pagina vindt.